6. Overleven

De weken die volgde versleet Kerwin van bed naar bank en terug. Verdrinkend in verdriet dat zijn zoontje hem niet eens zou gaan herinneren. Wat hij hem had aangedaan en met wat voor zware rugtas hij zijn zoon op de wereld had gezet. Het was zowel fysiek als mentaal een lijdensweg. Waarvan Kerwin meermaals heeft gezegd dat de fysieke pijn niks voorstelt in vergelijking met de mentale.

Het waren ook drukke weken. Inmiddels was ik thuisverpleegkundige geworden. Had ik een schema voor de medicatie en zag ik erop toe dat deze op tijd genomen werd. Kon ik het sondevoeding-apparaat bedienen, schoonmaken en de bekabeling vervangen en hielp ik hem met verzorging zodat er geen thuiszorg hoefde te komen. Daarnaast moesten we ook ineens gaan nadenken over en dingen regelen voor de uitvaart en hoe we herinneringen voor ons zoontje konden maken die hem later zouden vertellen wie zijn papa is.

De nachten waren kort. Heel kort. Door onrust in ons hoofd en het continu inlopen van de sondevoeding en dus toiletgang. Het vele nachtzweten dat de lakens doorweekt zijn en vervangen moesten worden. Het sondevoeding-apparaat dat begon te piepen omdat het verstopt zat. En o ja we hadden nog een zoontje van 3 maanden oud die ook nog wel eens aandacht kon gebruiken.

Daarnaast wilde familie en vrienden natuurlijk zo veel mogelijk tijd bij Kerwin zijn. Daar hebben we een goede balans in moeten vinden. Gelukkig hebben we altijd op alle begrip kunnen rekenen. Wat misschien wel het zwaarste was is dat de hele dag gedachtes in mij opkwamen waarbij ik dacht aan de momenten die Kerwin niet zou gaan meemaken met zijn zoon. Zo zou hij bijvoorbeeld in deze week ons zoontje voor het eerst weggebracht hebben naar de kinderopvang. De leidsters van de groep zijn nu bij ons thuis geweest en hebben verteld hoe het op de opvang gaat zodat Kerwin een idee had aan wie hij zijn kostbaarste bezit uit handen zou geven. We realiseerde ons dat dit soort moment enorm belangrijk zijn in het proces van vertrouwen krijgen dat je kind goed terecht gaat komen. Al zal niks ooit goed genoeg zijn. En niks de pijn verlichten.

Buiten de fysieke beperkingen en het sondevoedingsapparaat dat hij de hele dag moest meeslepen had Kerwin last van een zogenoemd ‘chemo-brein’ als bijwerking van de medicatie en waarschijnlijk het feit dat hij nog niet eens de tijd heeft gehad om te realiseren wat er allemaal aan de hand is. Hij kan hierdoor geluiden als bijvoorbeeld van de vaatwasser in- en uitruimen en de televisie niet verdragen. Ook de snelheid van mijn handelen of gesprekken kan hij niet meer volgen. Ik herken mijn eigen man niet meer. De vraag rijst bij mij of, als dit verder doorzet, ik de zorg voor zowel hem als ons zoontje nog wel kan combineren. Maar ik kan en wil geen van beide uithanden geven. Als een van beide weg zou moeten betekent dat een ondragelijk verdriet en weet ik zeker dat Kerwin niet meer verder zou willen leven. Zonder dat we het naar elkaar uitspraken dachten we waarschijnlijk hetzelfde. Vol verdriet vroeg Kerwin zijn moeder of zij bij ons in huis wilde komen en voor hem zou willen zorgen als de situatie verder verslechterde. Hij sprak uit dat hij niet in een hospice wilde sterven maar in zijn geliefde omgeving bij zijn gezin. Hij was bang. Wij moeten afscheid nemen van hem. Hij van ons allemaal.

Kerst

En toen was het kerst. Tja kerst... Ik kan mij er weinig van herinneren. Wel dat ik in de dagen voor kerst voor het eerst weer de buitenwereld instapte. In de winkels draaide het alleen maar om een overdaad aan eten. Ik werd er onpasselijk van. De ene gelukkige vader of gezin na de andere zag ik voorbijkomen. Of juist klagende mensen waarbij ik op mijn tong moest bijten om ze niet terecht te wijzen. Mijn conclusie was dat ik de buitenwereld voorlopig niet hoefde te zien. Ik had ook geen behoefte om er deel van uit te maken. Sociale media, televisie, de krant, muziek ik vermeed het zonder moeite allemaal.

Drie dagen voor kerst had Kerwin al zijn energie bij elkaar gesprokkeld en hebben we nog een kerstboom gekocht. Ik wilde dit alleen doen als we hem ook samen konden optuigen. We probeerde extra ‘te genieten’ van deze kleine dingen. Het lastige is dat juist deze momenten tegelijkertijd ook zo confronterend zijn.

Kerwin voelde zich schuldig dat hij als man en vader straks (financieel) niet voor zijn gezin kan zorgen. We maken een kosten- en inkomensoverzicht en op 31 december komt de hypothekeradviseur nog langs om te vertellen hoe het toekomstige kostenplaatje er uit zou zien en of ik met ons zoontje in dit huis zou kunnen blijven wonen. Gelukkig was het antwoord uiteindelijk: ja. En kunnen we met een iets geruster hart het nieuwe jaar in. We willen met z’n drietjes zijn. Vorige maand zag het leven er nog zo veel anders uit. We proosten maar gaan huilend het nieuwe jaar in.

Reacties