2. De hel van 29 november 2018

We belden mijn ouders om op ons zoontje te passen waarna ik Kerwin als een voorovergebogen oude man de spoedeisende hulp binnen hielp. Hij kon geen woord meer uitbrengen en wiegde zijn lichaam van de pijn heen en weer. De intake deed ik dan ook voor hem. Gebruikt meneer medicijnen? Nee. Medische achtergrond? Nee. Operaties? Nee. Allergieën voor medicijnen? Nee. Rookt meneer? Nee.

Na het toedienen van pijnmedicatie was hij gelukkig weer aanspreekbaar. Dat luchtte mij erg op. Er werd bloed afgenomen en de ene na de andere arts kwam vragenstellen en onderzoek doen. In al die uren is er niet in ons opgekomen dat het zo enorm fout zou kunnen zijn. Zelfs niet toen de spoedeisende hulp arts vertelde dat er ontstekingswaarde waren gezien in het bloed. Maar dat dat nog op van alles kon wijzen dus dat ze graag een buikecho wilde maken. Kerwin was in 10 minuten terug en na weer enige tijd wachten kwam de arts hem meenemen voor een Pet-scan. Hoezo dan? En wat is dat? Het antwoord was dat ze toch wat beter beeld wilde hebben van de buik. Fijn, dacht ik. We worden na al die maanden eindelijk serieus genomen.

Totdat er een nieuw gezicht binnenkwam. Ik weet de woorden nog precies. “Ik ben oncoloog D. Ik neem even diep adem want ik heb geen goed nieuws. Je hebt een tumor in je buik ter grootte van een baksteen met een uitzaaiing in je lever. Het ziet er niet goed uit”. “G*dverdomme! Dat kan niet! Ik heb een zoontje van 2,5 maand!” waren de eerste woorden van mijn man. Ze hadden de rustgevende tabletjes al klaarliggen. Waarvan ik vond dat ik die niet nodig had. Wat ik alleen niet door had was dat ik stond te trillen op mijn benen naast het bed waar ineens mijn doodzieke man, de vader van mijn kind lag. Zelfs de spoedeisende hulp arts werd het even te veel en verdween de gang op.

Kerwin herpakt zich wonderbaarlijk en vraagt kalm: hoe slecht is het? “Officieel mag ik dat pas zeggen na de bioptanalyse die we de aankomende dagen moeten doen maar wat we nu al op de scan hebben gezien betekend dat we je niet meer kunnen genezen.” Ik wil mijn zoon! Ik wil mijn zoon vasthouden! waren de noodkreten van mijn man. Even later liggen we huilend met z’n drieën in elkaars armen op het ziekenhuisbed. Ons zoontje vol bewondering naar ons kijkend. Geen benul van wat er gaande is.

Kerwin was zo adequaat dat hij zelf zijn en mijn familie heeft gebeld om naar het ziekenhuis te komen. Hij wilde graag dat de oncoloog uitlegde wat er aan de hand was en dat de familie vragen kon stellen. Vol bewondering maar ook met de vraag of hij niet in shocktoestand verkeerde heb ik naar hem gekeken. 

Op de 34ste verjaardag van mijn man was onze roze wolk voorbij. Er was ineens geen toekomst meer.

Reacties