5. Chemotherapie - december 2018

“Goedemorgen! Wat wilt u eten?” was het om 8 uur ’s ochtends toen de deur van de kamer openzwaaide. Het was de aftrap van hectische en onrealistische dagen. Hoe zou het voelen als de chemo via infuus inloopt in je lichaam? Welke bijwerkingen zullen er optreden? Hoe ziek ga je worden? Kan je lichaam dit eigenlijk nog wel aan? Het was een komen en gaan van hulpverleners. Verpleegkundige die meermaals per dag controles op o.a. bloed, temperatuur, bloedruk en zuurstofopname uitvoeren. Een aantal keer per dag de medicijnen die gebracht werden. De catering die bestellingen kwam opnemen en vaat kwam weghalen. De schoonmaker, zaalartsen en de oncoloog die je wilde spreken. Infuus- en sondevoeding-zakken die gewisseld moesten worden, infuusapparaten die piepten en niet te vergeten de beruchte chemozakken die moesten worden aangesloten. Het werd Kerwin even te veel toen wederom de deur openging en er drie zaalartsen in opleiding de kamer in kwamen net wanneer hij in slaap leek te vallen. “Wat komen jullie nu weer doen? Moet dat met z’n drieën? Nee? Mooi dan kunnen twee van jullie nu weer gaan!.” Ook anderen zorgmedewerkers hebben het wel eens moeten verduren. Al zullen ze wel wat gewend zijn van mensen die de diagnose nog niet eens hebben kunnen laten bezinken.

De eerste chemozak liep in twee uur in. Geen pretje maar het was te doen vond Kerwin. Al denk ik dat als ze een atoombom in z’n lichaam gestopt hadden hij ook nog had gezegd dat het ‘te doen’ was. “Ik doe alles wat nodig is om nog iets langer van mijn zoon te kunnen genieten.” Vervolgens werden zakken zoutoplossing aangesloten om te spoelen. Waarna de tweede zak met chemo aangesloten werd. Deze chemo moest langzamer inlopen om te veel schade aan gezond weefsel te beperken. De druppelaar werd opengezet en binnen 10 minuten zag ik het beetje kleur dat Kerwin nog op zijn gezicht had verdwijnen. “Het lijkt wel of mijn hele lichaam in de fik staat An” zei hij met angstige ogen. Ik kon niks anders doen dan bij hem zijn. Proberen af te leiden met praten, televisie kijken en zeggen hoe trots ik op hem was.

Het niet weten wat er komen gaat en wat je kan verwachten is stressvol maar wél weten wat er komen gaat is soms nog erger. We wisten nu hoe de aankomende dagen en de volgende kuren er uit zouden zien. Wat een hel!

Reacties